Welke signalen duiden er juist op of je diabetes hebt of niet? Diabetes wordt wel eens een onzichtbare ziekte genoemd. Veel van de signalen die op diabetes duiden, zijn immers op het eerste gezicht niet ongewone of onrustwekkende klachten. In het geval van diabetes type 2 kan een persoon zelfs jaren met de aandoening leven, zonder een duidelijke diagnose. Hoe langer je echter rondloopt met diabetes zonder er iets aan te doen, hoe gevaarlijker voor de gezondheid. Het is dus belangrijk op de hoogte te zijn van de signalen die op diabetes kunnen duiden en op tijd naar een zorgverlener te stappen.

Diabetes klachten

De  signalen die kunnen wijzen op diabetes type 1 of type 2 vertonen over het algemeen veel gelijkenissen. Ze worden dan ook allebei veroorzaakt door een tekort aan insuline, wat zorgt voor een verhoging van het suikergehalte in het bloed. Een verschil zit in de snelheid waarmee de klachten tot uiting kunnen komen. Waar een persoon bij diabetes type 1 op korte tijd acute klachten krijgt en zich al snel erg ziek voelt, vertonen de klachten bij diabetes type 2 zich geleidelijk aan, waardoor ze meestal niet meteen opgemerkt worden. De belangrijkste signalen zijn:

• Veel dorst hebben en veel plassen
• Moeheid, lusteloosheid
• Slecht en/of wazig zien
• Gewicht verliezen
• Algemeen ziek en/of misselijk gevoel
• Slecht genezende wondjes
• Krampen of tintelingen in voeten en/of benen
• Vaak terugkerende infecties, zoals bv. blaasontsteking

Wil je meer informatie over deze specifieke signalen en hoe ze juist worden veroorzaakt, bekijk dan eens ons artikel over de voornaamste symptomen van diabetes type 1 en 2.

Diabetes testen

Het is wel duidelijk dat het niet altijd gemakkelijk is zelf te weten of je diabetes hebt of niet. De signalen opgelijst hierboven zijn immers geen klachten die uitsluitend op diabetes kunnen wijzen. Daarom is het belangrijk om, indien je meerdere en/of acute klachten hebt, naar een zorgverlener te stappen. Het glucosegehalte in het bloed zal immers het duidelijkste signaal voor diabetes geven. Het bloedonderzoek zal tweemaal worden afgenomen. Indien het suikergehalte in het bloed te hoog is bij beide metingen, heb je diabetes. Maar wanneer spreekt men van een te hoog glucosegehalte? Onderstaande tabel geeft een overzicht van de algemene richtwaarden in een normale situatie voor en na een maaltijd, samen met de waarden die kunnen wijzen op een hypoglycemie of hyperglycemie. Deze waarden geven een algemene indicatie, de waarden kunnen van persoon tot persoon verschillen en zijn afhankelijk van de situatie.

Richtwaarden bij een nuchtere meting:

Hoe hoger het glucosegehalte in het bloed en hoe langer deze verhoging bestaat, hoe meer klachten je zal ervaren en hoe hoger de kans op ernstige gezondheidsproblemen.

Een andere variatie van dit onderzoek is de zogenaamde glucosetolerantietest. Deze test gebeurt meestal nadat is vastgesteld tijdens het bloedonderzoek dat het suikergehalte is verhoogd, maar niet hoog genoeg om al van diabetes te spreken. Men spreekt hier dan van het voorstadium van diabetes, ook wel prediabetes genoemd. De persoon wordt gevraagd een glucose-oplossing te drinken. Voor en na de inname van de glucose-oplossing wordt er via een bloedname het suikergehalte in het bloed gemeten. Zo kan er precies worden vastgesteld of het suikergehalte in het bloed voldoende of onvoldoende wordt opgenomen door het lichaam.

Wil je meer advies en informatie over diabetes? Schrijf je hieronder in voor onze nieuwsbrief of bekijk onze andere blogs.