Type 1 Diabetes
Type 1 diabetes treedt op wanneer het immuunsysteem de bètacellen in de pancreas, die de insuline aanmaken, vernietigt. Daardoor maakt het lichaam zelf heel weinig of geen insuline meer aan. Mensen met type 1 diabetes moeten zichzelf dagelijks insuline toedienen. Type 1 diabetes wordt ook kinderdiabetes of insulineafhankelijke diabetes genoemd.
Type 1 diabetes begint meestal plotseling en kan de volgende symptomen vertonen:
- veel dorst en een droge mond
- vaak urineren
- vermoeidheid/weinig energie
- plotselinge gewichtsafname
- langzaam genezen van wonden
- terugkerende infecties
- wazig zicht
Een persoon met type 1 diabetes kan zijn lichaam insuline toedienen op één van de volgende manieren:
- Insulinepomp
- Insulinepen
- Injectie met een injectiespuit
Insulinetherapie samen met een gezonde voeding, regelmatige lichaamsbeweging en het regelmatig testen van de bloedglucose zijn belangrijk in het beheer van type 1 diabetes.